Familierecht gaat over mensen 

Als wij conflicten hebben, gaan we ervan uit dat het recht deze kan oplossen, óók als het gaat om conflicten van zeer persoonlijke aard, zoals echtscheiding en kwesties rondom kinderen. Maar is dat wel terecht? Wat mogen we eigenlijk van dat recht verwachten? En wat niet? Daarover gaat deze blog.

Het gevoelige familierecht

Het familierecht is een bijzonder rechtsgebied. Dat komt omdat het zo dicht op onze huid zit. Het volgt ons van geboorte tot de dood en bemoeit zich met hoogstpersoonlijke zaken. Het gaat over de naam die we krijgen, wie onze ouders zijn, het bemoeit zich met onze liefdesrelaties, met de kinderen die we krijgen en – ultiem – onze nalatenschap.

Logisch dus, dat conflicten over dit soort zaken vaak erg gevoelig liggen.

Maatschappelijke opvattingen

Daar komt bij dat de maatschappelijke opvattingen over deze zaken razendsnel veranderen.

We kunnen ons nu niet meer voorstellen dat tot ver in de vorige eeuw vrouwen moesten stoppen met werken als ze gingen trouwen. En dat overspel en mishandeling voorwaarden waren om te kunnen scheiden. Intussen is scheiden de normaalste zaak van de wereld en zijn er gezinnen in alle soorten en maten: het eenoudergezin, het fusiegezin, het regenbooggezin en zo verder. Het huwelijk is allang niet meer de enige manier om liefde te bezegelen. Co-ouderschap burgert razendsnel in, terwijl wij alweer bezig zijn met nadenken over nieuwe vormen van ouderschap, waardoor een kind straks misschien wel vier juridische ouders kan hebben.

Een megaklus voor het recht

Het recht heeft er een megaklus aan om mee te bewegen met al deze maatschappelijke ontwikkelingen. En belangrijker: het lijkt het simpelweg onmogelijk regels te bedenken die recht doen aan die eindeloos gevarieerde werkelijkheid, regels die in alle gevallen passend en eerlijk uitpakken.

Bedenk daarbij: elk mens is uniek. Twee mensen samen zijn uniek in het kwadraat. Tel daar hun kinderen bij op en je hebt een systeem dat door niemand volledig kan worden doorgrond.

Ik noem zomaar een paar vragen uit de praktijk. Is co-ouderschap in deze specifieke situatie geëigend? Moet de vastgelopen omgang bij deze ouders worden afgedwongen? Moet deze stiefvader meebetalen aan het levensonderhoud van zijn stiefkinderen? Mag deze moeder met de kinderen verhuizen, zodat vader ze minder ziet?

Ga er maar aan staan.

Hoge verwachtingen

De rode draad in al deze zaken is: ze gaan over mensen. In haar boek ‘Mensen zijn ingewikkeld’ schrijft psychiater Floortje Scheepers dat de samenleving torenhoge en niet-realistische verwachtingen heeft van de geestelijke gezondheidszorg, die mensen in hokjes stopt en behandelingen geeft die lang niet altijd werken. Vul voor geestelijke gezondheidszorg recht in en de uitspraak klopt evengoed. Wij verwachten (te) veel van het recht. Wij verwachten dat het recht onze problemen, ook die van hoogstpersoonlijke aard, kan oplossen door ze te vangen in regels en uitspraken.

Maar dat klopt niet: het recht is niet een soort groot wijs lichaam dat overal antwoord op heeft.

Fricties

De vraag is uiteraard: waar gaat het dan mis, wat kan het recht precies niet? Ik noem drie belangrijke fricties die zich kunnen voordoen, wanneer mensen het recht aanspreken om hun problemen op te lossen.

Ten eerste: het recht is vaak onvoorspelbaar in zijn uitkomsten. Dat komt – simpel gezegd – omdat algemene normen moeten worden toegepast op specifieke, individuele situaties. Alleen al de bulk aan uitspraken die dagelijks door de gerechten wordt afgeleverd, toont feitelijk aan hoe lastig het is om rechtsregels toe te passen in een complexe praktijk. Immers, als dat gemakkelijk zou zijn, hoefden wij de rechter niet aan de lopende band om een oordeel te vragen. Zeker het familierecht dat enerzijds zo ultrapersoonlijk is en anderzijds wordt gedragen door algemene normen zoals het belang van het kind en de redelijkheid en billijkheid, is gevoelig voor deze onvoorspelbaarheid.

Ten tweede: het recht kan krom zijn. Recht komt tot stand door democratische besluitvorming, maar dat wil niet zeggen dat het in alle gevallen rechtvaardig uitpakt. De toeslagenaffaire heeft dat uitvergroot laten zien. Ook in het familierecht zijn er regels die – afhankelijk van wiens perspectief je neemt – als oneerlijk worden ervaren, neem de intussen afgeschafte regel dat de aanspraak op partneralimentatie in beginsel twaalf jaar duurt.

En last but not least: soms lost het recht niets op. In het familierecht spelen emoties als woede en verdriet een grote rol en niet zelden lijkt het erop dat rechtszaken worden gevoerd als vergeldingsproject in plaats van dat men treurt en het verlies verwerkt. In haar boek ‘Woede en vergeving’ zegt de Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum het als volgt: Het voelt een stuk beter als we een vergeldingsproject kunnen opzetten en het druk krijgen met het uitvoeren ervan (de slechte arts een proces aandoen, je ex beroven van de voogdij over een kind) dan onze verliezen te accepteren, en de reële machteloosheid waarmee het leven ons heeft opgezadeld.’

Een mensgerichte advocatuur

Dit is geen pleidooi tegen het recht. Integendeel. Het is het fundament van onze democratie, waarin we eindeloos moeten investeren. Maar het is ook belangrijk om rekening te houden met de beperkingen ervan.

Ik heb me afgevraagd wat dit voor mij betekent, voor mijn vak als familierechtadvocaat. En ik denk dat wij, advocaten, (nog) meer mensgericht moeten durven te werken. We moeten leren om de cliënt in de eerste plaats als mens te zien en pas daarna als subject van rechtsregels. Dat vergt opleiding en samenwerking, maar je kunt een begin maken door elke cliënt vragen te stellen.

Wie ben jij? Wat vind jij belangrijk? Wil je daar nog eens rustig op reflecteren? Heb je daar hulp bij nodig? Ken jij de belangen van de ander? Wat heb jij nodig om verder te kunnen?

Mijn ervaring is dat veel cliënten het als een bevrijding ervaren om zo naar hun zaak te kijken. Opeens is hun zaak niet meer alleen een rechtszaak. Opeens gaat het om meer dan de toepassing van ingewikkelde regels, waar zij zicht noch grip op hebben. Het is hun eigen zaak en zij moeten bij zichzelf te rade.

Het recht is een constructie van en voor mensen … we zouden het bijna vergeten, soms.


Aangehaalde literatuur:

Floortje Scheepers – Mensen zijn ingewikkeld (2021), hfdst. 6 pag. 1 e.v.

Martha Nussbaum – Woede en vergeving (2016), hfdst. 2, pag. 39.

Links:

Procedure gezamenlijke toegang ouders | Rechtspraak

scheiden zonder schade – YouTube