Waarheid in het recht

Eén van de pijlers van het recht is waarheidsvinding. Waarheidsvinding wil zeggen dat er gedegen feitenonderzoek wordt gedaan, voordat de rechter een beslissing neemt. Een vooronderstelling daarbij is dat de waarheid zich toont in de feiten. Maar in de praktijk blijken vele percepties van waarheid te bestaan. Daarover gaat deze blog.

Het probleem van waarheidsvinding

In civiele rechtszaken hebben alle partijen de wettelijke verplichting om de feiten die voor de zaak van belang zijn, volledig en naar waarheid te benoemen. Het doel mag duidelijk zijn: de rechter moet goed geïnformeerd worden, zodat hij een rechtvaardige beslissing kan nemen.

Op het eerste gezicht lijkt de opdracht helder. We verzamelen de relevante feiten en komen op die manier tot waarheid. Wat we bij deze voorstelling van zaken vergeten is dat feiten altijd duiding nodig hebben, dat ze altijd geïnterpreteerd moeten worden in het kader van de complexe werkelijkheid waarvan ze deel uitmaken. Als wij het hebben over waarheid, vooronderstellen we dat wij de feiten rationeel en objectief kunnen interpreteren. De praktijk leert anders. Wat in de psychologie allang bekend is, lijkt in de dagelijkse rechtspraktijk maar mondjesmaat door te dringen: wij zijn veel minder rationeel dan we denken.

Hoe komen wij tot waarheid?

Het is interessant om eerst een kort kijkje te nemen in de lange (filosofische) geschiedenis van het concept waarheid, van hoe de mens tot ware kennis komt.

Lange tijd had de mens maar weinig begrip van de wereld om hem heen. Pas met de Verlichting en de opkomst van de moderne wetenschap kwam de menselijke rede centraal te staan. Door zijn verstand, zijn rede te gebruiken zou de mens de werkelijkheid om hem heen kunnen duiden en begrijpen. De menselijke geest werd gezien als iets dat los stond van de materie, een onafhankelijk instrument van onderzoek. Louter door te denken, konden wij tot objectieve kennis komen. Dit heet rationalisme.

Een tegenstroming vormden de empiristen, die meenden dat mensen alleen kennis kon krijgen door te ervaren. Het verkrijgen van kennis werd daarmee iets relatiefs.

Het was Immanuel Kant die de brug bouwde. Kant stelde dat de werkelijkheid een samenspel is tussen de wereld om ons heen én wat ons denken daarmee doet. Anders gezegd: een strikt onderscheid tussen de werkelijkheid en onze interpretatie daarvan, is niet te maken. Feiten en interpretatie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

In onze postmoderne tijd is waarheid steeds meer een menselijke constructie geworden. Iets wat wij ervan maken. Waarheid kan worden gemaakt door macht (wie de macht heeft, bepaalt wat waar is), door perspectief (ik bepaal zelf wat waar is), door taal (de werkelijkheid bestaat uit woorden), door nut (iets dat nut heeft, is waar). Misschien wel de meest vergaande uitspraak komt van Friedrich Nietzsche: er zijn geen feiten, slechts interpretaties.

In dit perspectief is het vinden van waarheid is geen sinecure. En toch is dat precies wat wij van het recht verwachten.

Ons feilbare denken

Rechtstoepassing vereist rationeel, logisch denken. Het verzamelen en interpreteren van feiten moet volgens het recht objectief gebeuren. Uit de psychologie weten we echter dat ons brein allesbehalve een computer is.

Wanneer wij denken maken wij voortdurend gebruik van heuristieken – zeg maar mentale vuistregels – om tot oordelen te komen. Vuistregels zijn handig, maar bepaald niet nauwkeurig. Daarnaast is ons brein vatbaar voor allerlei basale denkfouten, ook wel cognitieve bias genoemd. [i]

Heuristieken en bias

Ik noem enkele bekende heuristieken en bias, die we ook in het recht vaak tegenkomen.

Tunnelvisie

Wij hebben de neiging om feiten die passen bij onze eigen overtuiging te bevoordelen boven feiten die daarmee in tegenspraak zijn. Dat heet tunnelvisie. Feiten die met onze eigen stellingen corresponderen, aanvaarden we. Botsende feiten negeren we of kleuren we in.

De wet van de kleine getallen

De wet van de kleine getallen betekent dat mensen liever patronen zien dan te accepteren dat de werkelijkheid vaak willekeurig verloopt. Omdat wij onzekerheid moeilijk kunnen verdragen, zijn we geneigd om consistentie of causaliteit te zien, daar waar deze in werkelijkheid niet bestaat. We houden er kortom geen rekening mee dat we te weinig weten: wat we zien, is alles wat er is.

Framing

Wij zijn enorm gevoelig voor wat tegenwoordig framing heet: de manier waarop bepaalde informatie wordt gepresenteerd, bepaalt ons gevoel hierover. Bijvoorbeeld: een toetje dat wordt aangeprezen als ‘90 procent vetvrij’ zullen we eerder kopen dan een toetje ‘met 10 procent vet’. Verhalen vertellen (‘storytelling’) is een vorm van framing. We nemen een aansprekend voorbeeld uit de werkelijkheid en maken daarvan een logisch eenduidig verhaal, in een poging de complexe werkelijkheid te verklaren.

Behoefte aan eenduidigheid

De mechanismen die ik hierboven heb genoemd, zijn maar een kleine greep uit wat de psychologie ons aanreikt. Rode draad is onze behoefte aan duiding, aan zekerheid, aan controle in een eindeloos complexe wereld.  Op zoek naar zekerheid maken wij denkfouten en zijn we gevoelig voor manipulatie.

Politici en marketeers maken sinds jaar en dag handig gebruik van deze mechanismen. In het recht bestaat maar weinig aandacht voor iets essentieels als ons feilbare denken, mogelijk omdat het daar eigenlijk niet mag bestaan. Van partijen verwachten we dat ze de bestanddelen voor waarheid aanleveren. Van de rechter verwachten we dat hij waarheid destilleert. Dat recht mensenwerk is, wordt nogal eens uit het oog verloren.

Complexe familierechtzaken

In complexe familierechtzaken waar kinderen bij zijn betrokken, klinkt al jaren de roep om beter feitenonderzoek. Het gaat dan om zaken rondom omgang en gezag, waarbij in uiterste instantie de rechter wordt gevraagd een kinderbeschermingsmaatregel te nemen in de vorm van een ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing. Deze zaken mag je met recht ‘wicked problems’ noemen, omdat ze een bont pallet aan aspecten hebben. Het gaat doorgaans om langdurige ingewikkelde interacties tussen mensen, ieder met hun eigen karakter en geschiedenis. Het gaat om steeds verschillende omstandigheden, om snel veranderende maatschappelijke opvattingen en last but not least om zaken die zich deels afspelen in het privédomein, in de beslotenheid van het gezin.

Er worden brede maatschappelijke pogingen gedaan om het feitenonderzoek in dit soort zaken te verbeteren. Maar wie de rapportages leest, zal tevergeefs zoeken naar de diepere laag onder het probleem. De aanbevelingen bestaan voornamelijk uit (overigens goede) procedurele verbeterpunten, zoals het werken aan een betere samenwerking tussen professionals en ouders (lees: meer begrip krijgen voor elkaar) en meer hoor-en-wederhoor. Echter als het gaat om het cruciale punt van de feiteninterpretatie, geldt slechts de aloude aanbeveling dat feiten en meningen beter moeten worden gescheiden. Nogal een dooddoener: dat objectieve duiding van de feiten een welhaast onmogelijke opgave is in dit soort zaken, blijft onbelicht.

Het Expertteam dat over ouderverstoting rapporteerde, heeft – zij het voorzichtig – dit wezenlijke punt wel benoemd. Als het gaat om feitenonderzoek, stelt het team: ‘Anderzijds levert feitenonderzoek niet altijd geldige uitspraken op. Overtuigingen, vooroordelen en aannames zijn niet uitgesloten. De uitkomst is nooit 100% objectief.’

Praktijkvoorbeelden

Ik noem een voorbeeld dat iedereen die betrokken is bij dit soort zaken, zal herkennen. In een complexe scheiding geeft een ouder bij herhaling aan dat hij of zij ernstige zorgen heeft over de situatie bij de andere ouder. Dit feit – de uiting van zorg – wordt vaak opgevat als onderdeel van de strijd, waardoor het een heel andere lading krijgt. Reden waarom sommige ouders hun zorgen niet durven te uiten, uit angst te worden weggezet als kwaadwillende ex. Dit zijn de situaties waar je tunnelvisie, framing en de wet van de kleine getallen allemaal voorbij ziet komen. Het kost hier veel denkkracht om alle scenario’s open te houden.

Een ander voorbeeld is een situatie waar op dit moment aandacht voor ontstaat, namelijk scheiding en huiselijk geweld. De praktijk leert dat waar in complexe scheidingen sprake is (geweest) van huiselijk geweld, het geweld in het frame van de scheiding wordt geplaatst. Daardoor wordt aangestuurd op overleg tussen de (ex)partners – want overleg is nu eenmaal de standaardinterventie bij scheiding – terwijl dat ongepast en schadelijk kan zijn. Ook hier wordt de complexe werkelijkheid in een mal geduwd, met soms akelige gevolgen.

Tot slot een voorbeeld van een andere orde. De huidige berichtgeving over de jeugdzorg is zorgwekkend eenzijdig, zwart-wit, zoals wij de wereld kennelijk graag zien. Van jeugdzorg deugt niets en wie het waagt een positieve ervaring te melden, moet zich bij voorbaat verontschuldigen. Het blijkt een hele opgave om ernstige problemen onder ogen te zien en tegelijkertijd oog te houden voor de dingen die wel goed gaan.

De oplossing?

Over het onderwerp van deze blog valt veel te zeggen, maar één ding is zeker: de werkelijkheid om ons heen is eindeloos complex en wij zijn lang niet altijd in staat die werkelijkheid objectief of eensgezind te duiden. Die constatering an sich is al winst.

Dé oplossing bestaat daarom niet. Wat we wel kunnen doen is een andere houding aannemen. Minder snel oordelen, nieuwsgierig zijn, open vragen stellen, doorvragen. En vooral: ruimte laten voor onzekerheid, erkennen dat we iets níet weten, hoe moeilijk dat ook is.


[i] De Israëlische psycholoog en Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman deed jarenlang onderzoek en schreef het boek – Ons feilbare denken – dat verplichte leerstof zou moeten zijn voor álle studies die opleiden tot logisch denken.

Bronnen:

Ons feilbare denken – Daniël Kahneman (2011)

De ware toedracht – Ton Derksen (2014)

De wetenschap is geen mening en geen absolute waarheid. Maar wat is het dan wel? – De Correspondent

Hoe waarheid een product werd – De Correspondent

Actieplan Verbetering Feitenonderzoek in de Jeugdbeschermingsketen | Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samen werken aan feitenonderzoek | Nederlands Jeugdinstituut (nji.nl)

Bijlage 1 – Adviesrapport-Expertteam Ouderverstoting-Complexe omgangsproblematiek januari 2021 | Rapport | Rijksoverheid.nl