Internationale vrouwendag

Vandaag, op Internationale Vrouwendag, denk ik aan mijn moeder. Ze werd geboren tussen twee wereldoorlogen in een groot, hardwerkend boerengezin. Het was de tijd van hechte gemeenschappen. Noaberschap. Koeien in de wei en kinderen die buiten speelden in plaats van op een playstation.

Je zou het plaatje idyllisch in kunnen kleuren.

Handelingsonbekwaam

Toch scheelde het een haar of mijn moeder was door haar huwelijk met mijn vader handelingsonbekwaam geraakt. Ze trouwde kort na 1957. Dat was het jaar waarin de wettelijke regel dat vrouwen handelingsonbekwaam werden zodra ze trouwden, eindelijk werd afgeschaft.

Je leest het goed. Tot 1957 werden vrouwen vanwege hun huwelijk automatisch gelijkgesteld aan kinderen en geesteszieken. Getrouwde vrouwen mochten niet deelnemen aan het rechtsverkeer. Werken mocht alleen met toestemming van de man en dan moest het loon worden ingeleverd. Enige uitzondering: vrouwen mochten zelfstandig boodschappen doen. Wow!

Het is nauwelijks te bevatten dat dit pas 60 jaar geleden is.

Emancipatiebeleid

Bij haar aantreden in 2012 maakte minister Bussemaker het verhogen van de arbeidsparticipatie van vrouwen tot speerpunt van beleid. Doel: alle vrouwen moeten economisch zelfstandig zijn. Prima zou je zeggen, het daadwerkelijk benutten van de zo zwaar bevochten gelijke kansen voor mannen en vrouwen.

Alleen, het wil nog niet erg lukken …

De werkelijkheid – de maatschappij – valt niet zo makkelijk te plooien. De Emancipatiemonitor 2016 laat zien dat mannen nog steeds meer werken en meer verdienen dan vrouwen. Slechts 54% van de vrouwen tussen 20-64 jaar is economisch zelfstandig, tegen mannen 74%. Logisch dus ook dat bij echtscheiding vrouwen financieel harder geraakt worden dan mannen.

Emancipatie is ….

De cijfers laten zien dat het ombuigen van diep ingesleten patronen tijd kost. Veel tijd.

Voor mij is emancipatie – gelijke rechten, gelijke kansen – altijd vanzelfsprekend geweest. Geen issue. Ik had mazzel. Heb nooit voor of tegen iets hoeven knokken. Hoe anders was dat voor mijn moeder. Zij had huishoudschool gedaan – in die tijd voor meisjes de meest logische voorbereiding op de toekomst – ze ging trouwen en werd huisvrouw. Pas toen ze ouder was, ontdekte ze dat ze dolgraag lerares had willen worden. Dat was moeilijk en deed zeer. Maar ze was trots op haar dochter, die ging studeren en kansen pakte die zij niet had gekregen.

Ik zou het niet in mijn hoofd halen om vrouwen als mijn moeder, vrouwen die in deeltijd werken, vrouwen die niet werken, welke vrouw of welke man dan ook, weg te zetten als ongeëmancipeerd.

Emancipatie laat zich niet meten in louter geld en getallen. Ze zeggen wel: echte schoonheid zit van binnen. Is het met emancipatie niet net zo?