Te veel een wedstrijd?
De laatste tijd klinkt harde kritiek op de procedure bij de rechter. Procederen zou te veel een wedstrijd zijn die alleen draait om winst of verlies. Procederen wordt wel vergeleken met een toernooi. De rechtszaal met een arena. En de uitslag is lang niet altijd rechtvaardig.
Begin dit jaar schreef prof. Maurits Barendrecht, directeur van Hiil en mede-verantwoordelijk voor de online dienst Rechtwijzer uit elkaar:
‘De ambitie is om een nieuwe vorm van rechtspleging te ontwikkelen, die het eeuwenoude duel in de rechtszaal kan vervangen. Te beginnen bij echtscheiding, waar deze duels nog dagelijks slachtoffers maken. (…) Het huidige systeem van rechtspleging stamt uit de negentiende eeuw. Dat was de tijd waarin het duel met sabels en pistolen, of voor het gewone volk “effe samen naar buiten”, geleidelijk werd verboden. Misschien dat er ooit de tijd komt dat het vuurgevecht met woorden wordt afgeschaft. En plaats maakt voor een beschaafdere wijze van communicatie en geschilbeslechting, die meer waarheid en rechtvaardigheid oplevert.’ (Bron: https://www.linkedin.com/pulse/het-einde-van-tournooimodel-online-route-naar-plaats-barendrecht).
Dat is nogal wat! Ons procesrecht is oud en is (dus?!) onbeschaafd. Deelnemers worden slachtoffers. Uitkomsten zijn niet rechtvaardig. ………………. afschaffen die boel!
Terechte kritiek?
Ik ben hiervan geschrokken en dat is niét omdat ik de opvattingen van Barendrecht deel. Ik ben geschrokken vanwege de radicale denkwijze, het of-of denken, de afwijzing van een systeem waar een boel aan mankeert maar waar wij – is mijn overtuiging – zuinig op moeten zijn.
Vooropgesteld: natuurlijk is het goed – en nodig – om alternatieven voor een rechtszaak te bedenken. Want het is allemaal waar: procederen is duur en ingewikkeld. Het maakt mensen afhankelijk en zet zaken op scherp.
Maar – en dat is een kernvraag: moet de procedure bij de rechter daarom worden afgedaan als een soort barbaarse knokpartij?
Alsjeblieft niet. Ik denk dat wij ons moeten realiseren hoe gezegend wij zijn te leven in een land waar onafhankelijke rechtspraak bestaat. Waar regels gelden die – als het echt niet anders kan – eerlijk afgedwongen kunnen worden.
Is er dan niks mis met de huidige manier van procederen? Natuurlijk wel. Ik ben advocaat en herken jammer genoeg wel het beeld van de procedure als een soort competitie, waar elke partij zijn best doet de ander strategisch uit te schakelen. En ja, dat wordt uitgelokt door het systeem van stellen, eisen, bewijzen en verweren. Zeker in zaken die over mensen gaan, zoals een echtscheiding, zou dat niet zo moeten zijn.
Kan het anders?
Maar zijn er nou geen manieren om het huidige systeem van binnenuit te verbeteren, zonder radicale en dus onrealistische ingrepen in het procesrecht? Ik denk van wel. De mogelijkheden zitten in onszelf. In bewustwording. In opleiding en training.
Leer om te beginnen aan rechtenstudenten dat het leven uit veel meer bestaat dan een juridische werkelijkheid. Stel vakken als geschiedenis, psychologie en sociologie verplicht. Idem voor de advocaten- en rechtersopleiding. Geef rechters en advocaten verplicht les in conflicthantering, onderhandelen en hoe om te gaan met mensen in een crisissituatie.
Advocaten wordt nu nog vaak een blind soort partijdigheid aangeleerd. ‘Ik behartig de belangen van mijn cliënt en van niemand anders!’. Natuurlijk, dat laatste is ook zo, alleen: wat is precies het belang van jouw cliënt? Is het in zijn/haar belang dat de andere partij als vijand wordt gezien, die met alle wettige middelen moet worden ‘uitgeschakeld’? Vast niet, zie de lessen uit de psychologie, de conflictleer enzovoort. Het is trouwens best moeilijk de eigen cliënt naar de belangen van de wederpartij te laten kijken. Of hem/haar zo nodig een spiegel voor te houden. Maar het kan. Én het levert op. Veel familierechtadvocaten weten dat.
Voor rechters geldt dat ze meestal vooral gericht zijn op de juridische werkelijkheid. Logisch natuurlijk, daar zijn ze voor. Maar wat zou er gebeuren wanneer de rechter behalve naar de regels ook naar dat andere stuk moeten kijken? Wanneer het bijvoorbeeld protocol zou worden dat rechters expliciet aandacht besteden aan de-escaleren en het belang van een duurzame oplossing?
Sommige – misschien veel? – rechters doen dat al. Ik ken een familierechter die elke zitting gebruikt om de partijen aan te spreken op het belang van communicatie, overleg en oog voor elkaars belangen. “Ik hoop altijd”, sprak deze rechter onlangs, “dat de zitting bij mij een kantelpunt is. Dat u hier heeft mogen zeggen hoe u erover denkt, maar dat u ook naar de ander heeft kunnen luisteren”.
Niet of-of maar en-en
Eigenlijk is mijn vraag: waarom wordt ons – juridische professionals – niet veel meer geleerd over het belang van duurzame oplossingen in plaats van het ‘simpel’ toepassen van regels en winnen of verliezen? Een moeilijk iets, dat realiseer ik me heel goed. Dat veel denkwerk en nog veel meer tijd kost.
Nogmaals prof. Barendrecht:
‘Het toernooimodel is zo langzamerhand een loden last voor de advocaten en rechters die ermee moeten werken. Bijna niemand durft het meer aan om vrienden of bekenden aan te raden om een procedure bij de rechter te voeren.’
Ik wil dat tegenspreken. Niet omdat ik niet begrijp wat hij bedoelt, maar omdat ik als een uitdaging – en plicht – zie om binnen dat systeem te proberen goed te doen.
Dus: ruim baan voor alternatieve manieren van geschilbeslechting. Alles wat werkt en met zorg kan worden uitgevoerd, is welkom. Maar laat het alsjeblieft niet of-of zijn, maar en-en. Als mensen kiezen voor, of geen andere keus hebben dan, de rechter … laten we er dan samen voor zorgen dat ze goed geholpen worden.
HB